HIV infecteert voornamelijk een type witte bloedcel die een CD4+ T-cel wordt genoemd, ook wel een helper-T-cel genoemd. Deze cellen spelen een cruciale rol in het immuunsysteem van het lichaam, dat verantwoordelijk is voor het bestrijden van infecties en ziekten.
Wanneer HIV een CD4+ T-cel binnendringt, gebruikt het de machinerie van de cel om kopieën van zichzelf te maken. Deze kopieën worden vervolgens uit de cel vrijgegeven en kunnen andere CD4+ T-cellen infecteren, wat leidt tot een progressieve afname van het aantal van deze vitale immuuncellen.
Naarmate het aantal CD4+ T-cellen afneemt, wordt het vermogen van het lichaam om infecties te bestrijden zwakker. Dit kan leiden tot een verscheidenheid aan ziekten en aandoeningen, waaronder:
- Opportunistische infecties:dit zijn infecties die profiteren van een verzwakt immuunsysteem en ernstige ziekten of zelfs de dood kunnen veroorzaken. Voorbeelden zijn onder meer Pneumocystis jirovecii-pneumonie (PCP), cytomegalovirus (CMV) en Kaposi-sarcoom.
- Kankers:HIV-infectie verhoogt ook het risico op het ontwikkelen van bepaalde soorten kanker, waaronder Kaposi-sarcoom, non-Hodgkin-lymfoom en baarmoederhalskanker.
- Neurologische complicaties:HIV kan de hersenen en het ruggenmerg aantasten, wat kan leiden tot een verscheidenheid aan neurologische problemen, waaronder dementie, geheugenverlies en evenwichtsproblemen.
Uiteindelijk kan de schade die HIV aan het immuunsysteem veroorzaakt, leiden tot een aandoening die het verworven immunodeficiëntiesyndroom (AIDS) wordt genoemd, wat het meest geavanceerde stadium van de HIV-infectie is. AIDS wordt gekenmerkt door een ernstig verzwakt immuunsysteem en een hoog risico op het ontwikkelen van ernstige ziekten en infecties.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win