1. Juiste patiënt:
Het medicijn wordt gegeven aan de patiënt voor wie het is voorgeschreven.
2. Juiste medicatie:
Het medicijn dat aan de patiënt is voorgeschreven, is het medicijn dat wordt gegeven.
3. Juiste dosis:
De dosis van het medicijn die aan de patiënt is voorgeschreven, is de dosis die wordt gegeven.
4. Juiste route:
De medicatie wordt toegediend via de voorgeschreven route.
5. Juiste moment:
Het medicijn wordt gegeven op het tijdstip dat het is voorgeschreven.
6. Juiste documentatie:
Er wordt nauwkeurige documentatie ingevuld en bijgehouden, inclusief het tijdstip, de dosis, de naam en de route van medicatietoediening.
7. Juiste reden:
De medicatie wordt gegeven voor het voorgeschreven doel.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win