De beste methode om een ​​patiënt te identificeren voordat medicatie wordt toegediend, is het gebruik van twee identificatiegegevens. De identificatiegegevens moeten in ieder geval de naam en de geboortedatum van de patiënt bevatten.

Naast de naam en geboortedatum van de patiënt kunnen andere identificatiegegevens worden gebruikt:

- Ziekenhuisnummer

- Medisch dossiernummer

- Burgerservicenummer

- Rijbewijsnummer

- Paspoortnummer

Het is belangrijk om de identificatiegegevens van de patiënt te vergelijken met de informatie op de medicatiebestelling om er zeker van te zijn dat de medicatie aan de juiste patiënt wordt gegeven.

Hier volgen enkele tips voor het identificeren van patiënten voordat medicatie wordt toegediend:

- Vraag de patiënt altijd naar de naam en geboortedatum voordat u medicijnen toedient.

- Als de patiënt niet kan communiceren, gebruik dan andere identificatiegegevens, zoals het ziekenhuisnummer of het medisch dossiernummer van de patiënt.

- Vergelijk de identificatiegegevens van de patiënt met de informatie op de medicatiebestelling om er zeker van te zijn dat de medicatie aan de juiste patiënt wordt gegeven.

- Als u vragen heeft over de identiteit van de patiënt, neem dan voor opheldering contact op met de voorschrijvende arts of apotheker.

Door deze tips te volgen, kunt u medicatiefouten helpen voorkomen en de veiligheid van uw patiënten garanderen.