1. Superieure rectus (SR)
- Innervatie:CN III (oculomotorische zenuw)
- Actie:Verhoogt het oog en licht adducten (beweegt het oog naar binnen)
2. Inferieure rectus (IR)
- Innervatie:CN III
- Actie:Het oog wordt ingedrukt en lichtjes geadduceerd
3. Mediale rectus (MR)
- Innervatie:CN III
- Actie:Adducteert het oog
4. Laterale rectus (LR)
- Innervatie:CN VI (zenuw abducens)
- Actie:ontvoert het oog (beweegt het oog naar buiten)
5. Superieur schuin (SO)
- Innervatie:CN IV (zenuw trochlearis)
- Actie:drukt het oog in en draait het enigszins naar buiten (beweegt het oog naar beneden en naar buiten)
6. Inferieur schuin (IO)
- Innervatie:CN III
- Actie:tilt het oog op en draait het enigszins naar buiten (beweegt het oog omhoog en naar buiten)
Door de gecoördineerde samentrekking van deze spieren kunnen de ogen soepel in verschillende richtingen bewegen en zich concentreren op objecten op verschillende afstanden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win