De oogbol krijgt zijn vorm door de intraoculaire druk (IOP). IOP is de druk die wordt uitgeoefend door de vloeistoffen in het oog en zorgt ervoor dat het oog niet instort. De belangrijkste vloeistof in het oog is het kamerwater, dat wordt geproduceerd door het ciliaire lichaam. Het kamerwater stroomt door de voorste oogkamer, de ruimte tussen het hoornvlies en de iris. Vervolgens gaat het door de pupil naar de achterste kamer van het oog, de ruimte tussen de iris en de lens. Het waterige vocht wordt uiteindelijk uit het oog afgevoerd via het trabeculaire netwerk, een netwerk van kleine kanaaltjes nabij de basis van het hoornvlies.
Als de IOP te laag is, wordt het oog zacht en kan het instorten. Deze aandoening wordt hypotonie genoemd. Als de IOP te hoog is, wordt het oog hard en kan dit uiteindelijk tot glaucoom leiden. Glaucoom is een groep oogziekten die de oogzenuw kunnen beschadigen, wat kan leiden tot verlies van het gezichtsvermogen.