Genetica van grijze ogen:

Grijze oogkleur wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische factoren, waaronder de hoeveelheid en verdeling van melanine in de iris. Melanine is het pigment dat kleur geeft aan de huid, het haar en de ogen. Verschillende combinaties en concentraties melanine kunnen resulteren in verschillende oogkleuren, inclusief grijs. Hoewel we het over het algemeen hebben over mensen met bruine, blauwe en groene ogen, hebben de meesten van ons eigenlijk een combinatie van deze kleuren.

Laag melaninegehalte:

Grijze ogen hebben doorgaans een lagere hoeveelheid melanine in vergelijking met andere oogkleuren, met name het bruine pigment eumelanine. Lagere niveaus van melanine leiden tot een verminderde absorptie van licht, waardoor het licht anders verstrooit en reflecteert, waardoor de ogen hun kenmerkende grijze uiterlijk krijgen.

Rayleigh-verstrooiing:

Bij de fysica achter grijze ogen is sprake van een fenomeen dat bekend staat als Rayleigh-verstrooiing . Wanneer licht interageert met de deeltjes in de iris, worden kortere golflengten (blauw licht) efficiënter verstrooid dan langere golflengten (rood licht). Dit betekent dat er meer blauw licht wordt teruggekaatst, waardoor grijze ogen hun blauwgrijze tint krijgen.

Genetische variaties:

Naast de hoeveelheid melanine kunnen genetische variaties in genen die verantwoordelijk zijn voor de oogkleur ook bijdragen aan de zeldzaamheid van grijze ogen. Mutaties of variaties in het OCA2-gen, geassocieerd met de productie van het P-eiwit voor de melaninesynthese, zijn bijvoorbeeld in verband gebracht met grijze oogkleur.

Vaak voorkomend in bepaalde populaties:

Hoewel grijze ogen kunnen voorkomen bij individuen van verschillende etniciteiten en regio's, komen ze vaker voor in bepaalde populaties. Grijze ogen komen bijvoorbeeld relatief vaker voor in Noord- en Oost-Europa, inclusief landen als IJsland, Schotland, Estland en Finland.