Tijdens deze periode ondergaat het oog zowel fysieke als chemische veranderingen om de gevoeligheid voor omstandigheden met weinig licht te vergroten. Aanvankelijk wordt de pupil groter (verwijdt) om meer licht in het oog te laten komen. De kegelcellen van het netvlies, verantwoordelijk voor een scherp zicht overdag, verminderen geleidelijk hun activiteit, en staafcellen beginnen het over te nemen in slecht verlichte omgevingen.
Staafcellen spelen een cruciale rol bij het nachtzicht, omdat ze ongelooflijk gevoelig zijn voor kleine hoeveelheden licht en in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor het detecteren van vormen en bewegingen in donkere omstandigheden. De toename van rodopsine (een lichtgevoelig pigment in staafcellen) en veranderingen in de fotoreceptorcellen verhogen de algehele gevoeligheid van het netvlies voor weinig licht, waardoor het nachtzicht wordt verbeterd.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win