1. Darmobstructie :Als een patiënt een volledige darmobstructie heeft, is sondevoeding mogelijk niet mogelijk. De obstructie verhindert de doorgang van voedsel en voedingsstoffen door de darmen, waardoor sondevoeding ineffectief en potentieel gevaarlijk wordt.
2. Ernstige maag-darmstoornissen :Bepaalde ernstige maag-darmaandoeningen, zoals hardnekkig braken of diarree, kunnen sondevoeding onpraktisch maken. Deze omstandigheden kunnen de juiste opname en benutting van voedingsstoffen die via de sonde worden geleverd, verstoren.
3. Onvermogen om te slikken :Als een patiënt niet veilig of effectief kan slikken, kan sondevoeding noodzakelijk zijn. In sommige gevallen is sondevoeding echter geen geschikte optie als het slikken ernstig wordt belemmerd.
4. Ontoereikende darmfunctie :Als een patiënt een ontoereikende darmfunctie of motiliteit heeft, is sondevoeding mogelijk niet effectief. De verminderde darmfunctie zorgt mogelijk niet voor een goede vertering en opname van voedingsstoffen.
5. Gevorderde dementie :In gevorderde stadia van dementie kan het voor een patiënt moeilijk zijn de noodzaak van sondevoeding te begrijpen of zijn voorkeuren kenbaar te maken. In deze situaties kan sondevoeding aanleiding geven tot ethische bezwaren en is het mogelijk dat dit niet in het belang van de patiënt is.
6. Coagulopathie :Als een patiënt ernstige coagulopathie heeft of een hoog risico op bloedingen heeft, kan sondevoeding gecontra-indiceerd zijn. Het plaatsen van de slang kan trauma aan het weefsel veroorzaken, waardoor het risico op bloedingscomplicaties toeneemt.
7. Gezichtsletsels of anatomische afwijkingen :Als de patiënt ernstig gezichtsletsel of anatomische afwijkingen heeft waardoor het inbrengen van de sonde moeilijk of onmogelijk is, is sondevoeding mogelijk niet haalbaar.
8. Aanhoudende misselijkheid en braken :Als een patiënt last heeft van aanhoudende misselijkheid en braken, wordt sondevoeding mogelijk niet goed verdragen. Het kan verder ongemak veroorzaken en de opname van voedingsstoffen verstoren.
Het is belangrijk op te merken dat de beslissing om sondevoeding of een alternatieve voedingsmethode te gebruiken individueel is en in overleg met een zorgteam wordt genomen. Ethische overwegingen, patiëntvoorkeuren en de potentiële voordelen en risico's worden zorgvuldig afgewogen bij het kiezen van de meest geschikte voedingsondersteuning voor elke patiënt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win