Het spijsverteringsstelsel van een insect bestaat uit een voordarm, middendarm en achterdarm. De voordarm omvat de mond, de slokdarm en het gewas (voedselopslaggebied) en produceert enzymen om voedsel in kleinere deeltjes af te breken. De middendarm is de belangrijkste plaats voor de vertering en opname van voedingsstoffen. Het scheidt spijsverteringsenzymen af, breekt koolhydraten, eiwitten en vetten af en absorbeert voedingsstoffen. De dikke darm is voornamelijk betrokken bij de wateropname en de eliminatie van vast afval. Het bevat structuren zoals het ileum, de dikke darm en het rectum, die de opname van water, elektrolyten en mineralen vergemakkelijken. Insecten hebben ook gespecialiseerde structuren, zoals het gewas voor het opslaan van voedsel, de maagcaeca voor de verdere afbraak van voedingsstoffen, en Malpighian tubuli voor het reguleren van de waterbalans en het uitscheiden van afvalproducten.