Voedsel dat niet wordt verteerd en opgenomen, gaat door de dikke darm, ook wel de dikke darm genoemd. In de dikke darm worden water en elektrolyten geabsorbeerd uit het resterende voedselmateriaal, en bacteriën fermenteren de onverteerde koolhydraten, waarbij gassen zoals waterstof, kooldioxide en methaan worden geproduceerd. Het resterende afvalmateriaal vormt samen met deze gassen ontlasting, die in het rectum wordt opgeslagen totdat deze via de ontlasting wordt geëlimineerd.