1. Absorptie :
- Tijdens de vertering worden voedingsstoffen uit het voedsel afgebroken tot kleinere moleculen die door de dunne darm kunnen worden opgenomen.
- De dunne darm heeft kleine vingerachtige uitsteeksels, villi genaamd, die het absorptieoppervlak vergroten.
- Voedingsstoffen zoals koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines en mineralen worden via de villi opgenomen en komen in de bloedbaan terecht.
2. Vervoer :
- Opgenomen voedingsstoffen worden door de bloedbaan naar verschillende delen van het lichaam getransporteerd.
- De bloedsomloop, waartoe ook het hart en de bloedvaten behoren, zorgt ervoor dat voedingsstoffen naar alle cellen worden gebracht.
3. Metabolisme :
- Eenmaal in de cellen ondergaan voedingsstoffen metabolische processen om energie en bouwstenen voor verschillende cellulaire functies te produceren.
- Metabolisme omvat katabole processen (het afbreken van complexe moleculen om energie vrij te maken) en anabole processen (het synthetiseren van nieuwe moleculen).
- Koolhydraten worden afgebroken tot glucose, de primaire energiebron voor de meeste cellen.
- Eiwitten worden afgebroken tot aminozuren, die kunnen worden gebruikt om nieuwe eiwitten te synthetiseren of om te zetten in energie.
- Vetten worden afgebroken tot vetzuren en glycerol, die kunnen worden gebruikt voor energie of kunnen worden opgeslagen als vet.
4. Gebruik :
- De energie die uit voedingsstoffen wordt geproduceerd, wordt gebruikt voor verschillende cellulaire activiteiten, waaronder spiercontractie, zenuwtransmissie en chemische synthese.
- Aminozuren worden gebruikt voor eiwitsynthese, weefselherstel en de productie van hormonen en enzymen.
- Vitaminen en mineralen fungeren als cofactoren voor enzymen en faciliteren talloze chemische reacties in het lichaam.
5. Opslag :
- Overtollige voedingsstoffen die niet onmiddellijk worden gebruikt, kunnen in het lichaam worden opgeslagen voor toekomstig gebruik.
- Koolhydraten worden als glycogeen opgeslagen in de lever en spieren.
- Vetten worden opgeslagen in vetweefsel (lichaamsvet).
- Eiwitten kunnen worden opgeslagen in spieren en levercellen.
6. Uitscheiding :
- Afvalproducten en niet-geabsorbeerde voedselresten worden verwerkt door de lever en de nieren en uiteindelijk via urine, ontlasting en zweet uit het lichaam uitgescheiden.
Over het geheel genomen zorgt het proces ervoor dat de voedingsstoffen uit het voedsel dat we eten efficiënt worden opgenomen, getransporteerd en gebruikt door het lichaam, waardoor verschillende fysiologische functies worden ondersteund en de algehele gezondheid behouden blijft.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win