Tijdens de ademhaling stroomt lucht door de neus- of mondholte en stroomt vervolgens door de keelholte. Tegelijkertijd komt voedsel tijdens het slikken de mondholte binnen en wordt het door de tong naar achteren gestuwd richting de keelholte.
Op de kruising van de keelholte bevindt zich een klein stukje weefsel dat de epiglottis wordt genoemd. Tijdens het slikken beweegt de epiglottis om de opening van het strottenhoofd te bedekken, waardoor wordt voorkomen dat voedsel de luchtwegen binnendringt. Dit zorgt ervoor dat voedsel in de slokdarm wordt geleid en de luchtwegen niet blokkeert. Reflexief stopt de ademhaling tijdelijk tijdelijk tijdens het slikken om een veilige weg voor voedsel naar het spijsverteringsstelsel te vergemakkelijken.
Zodra het slikken is voltooid, keert de epiglottis terug naar zijn rustpositie, waardoor de lucht vrijelijk in het strottenhoofd en de longen kan stromen.
Een goede coördinatie tussen de luchtwegen en het spijsverteringsstelsel is van cruciaal belang om aspiratie te voorkomen, wat het per ongeluk binnendringen van voedsel, vloeistoffen of speeksel in de luchtwegen is. Deze coördinatie wordt tot stand gebracht door een complex samenspel van spieren, zenuwen en sensorische receptoren in de keelholte en de omliggende structuren.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win