Paarden hebben geen galblaas omdat hun dieet veel vezels en weinig vet bevat. Vezels zijn een soort koolhydraten die niet verteerbaar zijn voor mensen of paarden. Als gevolg hiervan passeert het relatief snel het spijsverteringsstelsel. Omdat vezels niet veel gal nodig hebben om te verteren, hebben paarden geen galblaas nodig om het op te slaan.
Naast hun vezelrijke dieet hebben paarden ook een grote blindedarm, een zakje in de dikke darm waar bacteriën vezels fermenteren. De bacteriën in de blindedarm produceren vetzuren met een korte keten, die door het paard worden opgenomen en voor energie worden gebruikt. De productie van vetzuren met een korte keten helpt ook bij het afbreken van vezels, waardoor de behoefte aan gal verder wordt verminderd.
Zonder galblaas zijn paarden afhankelijk van hun lever om gal te produceren. De lever produceert continu gal en deze wordt in de dunne darm opgeslagen totdat deze nodig is. Wanneer voedsel de dunne darm binnenkomt, komt de gal vrij in het spijsverteringskanaal om de vetten te helpen verteren.
Omdat paarden geen galblaas hebben, kunnen ze vatbaarder zijn voor bepaalde gezondheidsproblemen, zoals galkoliek. Biliaire koliek is een aandoening waarbij het galkanaal verstopt raakt, waardoor de gal niet in de dunne darm kan stromen. Dit kan buikpijn, braken en diarree veroorzaken.
Als een paard galkoliek heeft, kan het nodig zijn de galblaas operatief te verwijderen. Dit is echter een relatief zeldzame procedure en de meeste paarden kunnen een gezond leven leiden zonder galblaas.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win