Stoffen die via de dunne darmwand worden opgenomen, komen in de bloedbaan terecht. De bloedbaan transporteert deze stoffen vervolgens door het lichaam naar de plaats waar ze nodig zijn. Sommige stoffen, zoals water en glucose, worden direct in de bloedbaan opgenomen. Andere stoffen, zoals vetten en eiwitten, worden opgenomen in het lymfestelsel en vervolgens in de bloedbaan.