Het proces waarbij voedsel in de mond wordt afgebroken, wordt kauwen genoemd. Het gaat om de mechanische afbraak van voedsel in kleinere stukjes, waardoor de oppervlakte van het voedsel groter wordt en het voor de spijsverteringsenzymen gemakkelijker wordt om eraan te werken. Kauwen helpt ook om het voedsel te mengen met speeksel, dat enzymen bevat die de chemische afbraak van koolhydraten op gang brengen.

Het kauwen begint met de tanden. De voortanden, of snijtanden, worden gebruikt om voedsel in kleinere stukjes te bijten en te snijden. De kiezen, gelegen aan de achterkant van de mond, worden gebruikt om voedsel te malen en te pletten. De tong helpt voedsel door de mond en tussen de tanden te verplaatsen, en de wangen en lippen helpen voedsel in de mond te houden.

De hoeveelheid tijd die nodig is om voedsel te kauwen, varieert afhankelijk van het soort voedsel en het individu. Sommige voedingsmiddelen, zoals fruit en groenten, zijn relatief gemakkelijk te kauwen, terwijl andere, zoals vlees en noten, meer tijd en moeite vergen. De gemiddelde persoon maakt ongeveer 30-40 kauwbewegingen per minuut.

Kauwen is een belangrijk onderdeel van het spijsverteringsproces en is essentieel voor de juiste opname van voedingsstoffen uit voedsel. Door voedsel in kleinere stukjes af te breken, helpt het kauwen de oppervlakte van het voedsel te vergroten en maakt het het voor de spijsverteringsenzymen gemakkelijker om eraan te werken. Dit proces helpt ook om het voedsel te mengen met speeksel, dat enzymen bevat die de chemische afbraak van koolhydraten op gang brengen.

Naast zijn rol in het spijsverteringsproces heeft kauwen ook een aantal andere voordelen. Het kan helpen de kaakfunctie te verbeteren, het risico op tandvleesaandoeningen te verminderen en de tanden te versterken. Kauwen kan ook helpen om stress te verlichten en ontspanning te bevorderen.