Parietale cellen: Pariëtale cellen in de maagwand zijn verantwoordelijk voor het afscheiden van HCl. HCl wordt geproduceerd door de reactie van kooldioxide (CO2) en water (H2O) in aanwezigheid van het enzym koolzuuranhydrase. De door deze reactie geproduceerde H+-ionen worden vervolgens in het maaglumen gepompt, terwijl de HCO3-ionen in de bloedbaan worden getransporteerd.
Hoofdcellen: De belangrijkste cellen in de maagwand scheiden pepsinogeen af, dat door de zure omgeving van de maag wordt omgezet in het actieve enzym pepsine. Pepsine helpt eiwitten in voedsel af te breken.
Gastrin: Gastrine is een hormoon dat door de maagwand wordt geproduceerd als reactie op de aanwezigheid van voedsel. Gastrine stimuleert de pariëtale cellen om HCl uit te scheiden en de hoofdcellen om pepsinogeen uit te scheiden.
Slijm: De maagwand wordt beschermd tegen de zure omgeving door een laagje slijm. Slijm wordt geproduceerd door de slijmcellen in de maagwand en bevat glycoproteïnen, mucines en lipiden die helpen een beschermende barrière tegen HCl te vormen.
Bicarbonaatafscheiding: De alvleesklier en de twaalfvingerige darm scheiden HCO3- af in de twaalfvingerige darm, wat helpt de zure maagbrij uit de maag te neutraliseren. Dit proces wordt gereguleerd door het hormoon secretine, dat vrijkomt als reactie op de aanwezigheid van zuur in de twaalfvingerige darm.
Deze mechanismen werken samen om de pH van de maag binnen een smal bereik van 1,5 tot 2,0 te houden. Deze zure omgeving is noodzakelijk voor een goede vertering van voedsel en het voorkomen van bacteriegroei.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win