Gezondheid en ziekte gezondheid logo
Digestive Health

Hoe wordt brood verteerd in het lichaam?

Brood is in veel culturen een hoofdvoedsel en wordt gemaakt van granen zoals tarwe, rogge en gerst. Het hoofdbestanddeel van brood is zetmeel, een complex koolhydraat dat tijdens de spijsvertering wordt afgebroken tot glucose, een eenvoudige suiker. Hier is een stapsgewijs overzicht van hoe brood in het lichaam wordt verteerd:

1. Kauwen :Als je brood eet, kauw je het in je mond en verdeel je het in kleinere stukjes. Hierdoor wordt de oppervlakte van het brood vergroot, waardoor enzymen efficiënter kunnen werken.

2. Speekselamylase :Speeksel, geproduceerd in de mond, bevat een enzym genaamd speekselamylase. Amylase begint de chemische afbraak van zetmeel door het af te breken in kleinere polysachariden en oligosachariden.

3. Slikken :Het gekauwde en gedeeltelijk verteerde brood wordt doorgeslikt en komt via de slokdarm in de maag terecht.

4. Maagfase :In de maag helpen de zure omgeving en de karnwerking het brood verder af te breken. Zoutzuur denatureert eiwitten in het brood, waardoor ze gevoeliger worden voor enzymatische vertering.

5. Uitscheiding van enzymen :De maag geeft ook een enzym af, pepsine genaamd, dat de vertering van eiwitten in het brood op gang brengt. Pepsine is echter alleen effectief in zure omstandigheden.

6. Chime :Het gedeeltelijk verteerde mengsel van brood, maagsappen en spijsverteringsenzymen wordt chyme genoemd.

7. Dunne darm :De chymus beweegt van de maag naar de dunne darm. De alvleesklier geeft enzymen zoals pancreasamylase, protease en lipase af in de dunne darm.

8. Pancreasamylase :Pancreasamylase breekt het resterende zetmeel verder af tot disachariden zoals maltose en dextrines.

9. Disaccharidasen :De dunne darm produceert ook enzymen die disaccharidasen worden genoemd, zoals maltase, isomaltase en lactase. Deze enzymen breken disachariden af ​​tot monosachariden, voornamelijk glucose, galactose en fructose.

10. Absorptie :De producten van de spijsvertering, waaronder glucose (uit koolhydraten), aminozuren (uit eiwitten) en vetzuren (uit vetten), worden via de wanden van de dunne darm in de bloedbaan opgenomen.

11. Grote darm :Onverteerde componenten van brood, zoals voedingsvezels, komen in de dikke darm terecht. Vezels voegen volume toe aan de ontlasting en helpen de stoelgang te reguleren.

12. Bacteriënfermentatie :In de dikke darm aanwezige bacteriën fermenteren een deel van de onverteerbare vezels en produceren gassen zoals waterstof, methaan en kooldioxide. Deze gassen kunnen bijdragen aan winderigheid en ongemak.

Uiteindelijk worden de koolhydraten in brood afgebroken tot glucose, waardoor het lichaam van energie wordt voorzien, terwijl eiwitten en vetten worden afgebroken tot respectievelijk aminozuren en vetzuren voor verschillende lichaamsfuncties en bouwstenen.

Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win