1. Bicarbonaatsecretie: De alvleesklier scheidt bicarbonaationen (HCO3-) af in de twaalfvingerige darm, het eerste deel van de dunne darm. Deze bicarbonaationen helpen de zure chymus (gedeeltelijk verteerd voedsel) te neutraliseren die vanuit de maag de twaalfvingerige darm binnendringt.
2. Secretinehormoon: De aanwezigheid van zure chyme in de twaalfvingerige darm stimuleert de afgifte van een hormoon genaamd secretine. Secretine werkt in op de alvleesklier en stimuleert de afscheiding van bicarbonaatrijke vloeistof, wat helpt om het zure materiaal verder te neutraliseren.
3. Enterisch zenuwstelsel: Het enterische zenuwstelsel, dat het spijsverteringsstelsel controleert, speelt ook een rol bij het neutraliseren van zuur materiaal. Het stimuleert de afgifte van hormonen en andere stoffen die helpen de afscheiding van bicarbonaat en de samentrekking van de spieren in het spijsverteringskanaal te reguleren.
4. Slijmlaag: De bekleding van de twaalfvingerige darm en de rest van de dunne darm wordt beschermd door een laagje slijm. Deze slijmlaag helpt de darmcellen te beschermen tegen de zure chyme en zorgt voor een alkalisch milieu dat gunstiger is voor de vertering en opname van voedingsstoffen.
5. Lever en nieren: De lever en de nieren spelen ook een rol bij het neutraliseren van zuur materiaal in het lichaam. Ze helpen het zuur-base-evenwicht van het bloed te reguleren door overtollige waterstofionen (H+) uit te scheiden en bicarbonaationen vast te houden.
Deze mechanismen werken samen om het zure materiaal dat de maag verlaat te neutraliseren en een meer alkalische omgeving in de dunne darm te creëren, wat nodig is voor een goede vertering en opname van voedingsstoffen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win