1. Verdikkingsvloeistoffen: Maak vloeistoffen zoals soepen, bouillons en sappen dikker met verdikkingsmiddelen zoals maïszetmeel, arrowroot of commerciële verdikkingsmiddelen. Dit kan aspiratie helpen voorkomen en het slikken gemakkelijker maken.
2. Voedsel pureren: Pureer vast voedsel tot een gladde, romige consistentie. Hierdoor kunnen ze gemakkelijker worden doorgeslikt en wordt het risico op aspiratie verminderd.
3. Een rietje gebruiken: Sommige trachpatiënten kunnen mogelijk een rietje gebruiken om vloeistoffen te drinken. Dit kan hen helpen hun onafhankelijkheid te behouden en het risico op aspiraties te verminderen.
4. Chin-tuck-manoeuvre: Bij de chin-tuck-manoeuvre wordt de kin tijdens het slikken tegen de nek gedrukt. Dit kan helpen de luchtpijp af te sluiten en aspiratie te voorkomen.
5. Aangepast dieet: Voor trachpatiënten kan een aangepast dieet worden aanbevolen om ervoor te zorgen dat zij voldoende voeding krijgen en tegelijkertijd het risico op aspiratie tot een minimum te beperken. Dit kan inhouden dat bepaalde voedingsmiddelen worden vermeden, zoals voedingsmiddelen die hard, kruimelig of plakkerig zijn.
6. Voedingssonde: In sommige gevallen kan een voedingssonde nodig zijn om een tracheopathische patiënt van voeding te voorzien. Dit kan een tijdelijke of langdurige maatregel zijn, afhankelijk van de toestand van het individu.
Het is belangrijk om nauw samen te werken met het zorgteam om een geïndividualiseerd voedingsplan voor een trach-patiënt te ontwikkelen. Het team kan bestaan uit artsen, verpleegkundigen, logopedisten en diëtisten die begeleiding en ondersteuning kunnen bieden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win