Door te kauwen wordt het voedsel fysiek in kleinere stukjes afgebroken, waardoor het oppervlak groter wordt. De spijsverteringsenzymen kunnen dan op een groter oppervlak werken, waardoor een snellere en efficiëntere vertering mogelijk is. De kleinere stukjes hebben een groter oppervlak dat wordt blootgesteld aan de enzymen, waardoor de enzymen sneller kunnen werken.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win