1. Als iemand 'es très' tegen je zegt en je weet niet zeker wat hij bedoelt, kun je om opheldering vragen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen:"Wat bedoel je daarmee?" of "Kun je uitleggen wat je probeert te zeggen?"
2. Als iemand "es très" gebruikt om iets te beschrijven waarmee u het eens bent, kunt u uw akkoord kenbaar maken. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen:'Ja, dat is helemaal waar' of 'Ik ben het er helemaal mee eens'.
3. Als iemand "es très" gebruikt om iets te beschrijven waarmee u het niet eens bent, kunt u dit kenbaar maken. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen:'Daar ben ik het niet mee eens' of 'Ik denk niet dat dat waar is'.
4. Als iemand "es très" gebruikt om je te beledigen of te bekritiseren, kun je voor jezelf opkomen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen:'Dat waardeer ik niet' of 'Dat is niet waar en dat verdien ik niet.'
5. Als iemand "es très" gebruikt om u te bedreigen of te intimideren, kunt u hulp zoeken. U kunt dit aan een vertrouwde volwassene vertellen of de politie bellen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win