1. Celadhesie en vorming van afdichtingszones:
- Osteoclasten hechten zich aan het botoppervlak en vormen een gespecialiseerde bevestigingsstructuur, de afdichtingszone .
- De afdichtingszone voorkomt het lekken van enzymen en zuur naar het omliggende weefsel.
2. Zuurafscheiding:
- Osteoclasten scheiden zoutzuur (HCl) en protonen (H+) af in de afgesloten ruimte tussen de cel en het botoppervlak.
- Deze zure omgeving verlaagt de pH en lost de minerale component van het bot op, voornamelijk hydroxyapatiet.
3. Proteolytische enzymsecretie:
- Osteoclasten geven proteolytische enzymen vrij, zoals cathepsine K, matrixmetallopeptidasen (MMP's) en collagenasen.
- Deze enzymen breken de organische componenten van het bot af, waaronder collageen, proteoglycanen en niet-collageenachtige eiwitten.
4. Fagocytose en afbraak:
- De opgeloste mineralen en afgebroken organische matrix worden door fagocytose door de osteoclasten opgenomen.
- Fagosomen die het botafval bevatten, versmelten met lysosomen en vormen fagolysosomen, waar verdere afbraak plaatsvindt.
5. Botresorptie:
- Als gevolg van zuursecretie, enzymactiviteit en fagocytose wordt de gemineraliseerde botmatrix geleidelijk geresorbeerd, waardoor holtes of resorptieputten op het botoppervlak ontstaan.
- De door de osteoclasten verwijderde botfragmenten komen vrij in de extracellulaire ruimte.
Het is belangrijk op te merken dat de activiteit van osteoclasten essentieel is voor het hermodelleren van botten en strak wordt gereguleerd om het botevenwicht te behouden. Hormonale factoren (zoals parathyroïdhormoon en calcitonine), cytokines en groeifactoren controleren de osteoclastische activiteit. Ontregeling van de osteoclastische resorptie kan leiden tot botziekten zoals osteoporose, waarbij overmatige botresorptie optreedt, of osteopetrose, waarbij de botvorming groter is dan de botresorptie.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win