1. Ontsteking: Onmiddellijk nadat een bot breekt, wordt de ontstekingsreactie van het lichaam geactiveerd. Dit leidt tot zwelling, roodheid en pijn in het getroffen gebied. Het ontstekingsproces helpt bij het verwijderen van vuil en beschadigd weefsel van de fractuurplaats en creëert een omgeving die bevorderlijk is voor genezing.
2. Vezelkraakbeen callusvorming: Tijdens de vroege stadia van genezing vormt zich op de plaats van de fractuur een zachte callus gemaakt van vezelig kraakbeen. Dit tijdelijke weefsel overbrugt de opening tussen de gebroken botuiteinden en zorgt voor initiële stabiliteit.
3. Harde eeltvorming: Naarmate de genezing vordert, wordt de vezelige kraakbeencallus geleidelijk vervangen door een harde callus bestaande uit botweefsel. Deze harde callus zorgt voor toenemende sterkte van de genezende fractuur.
4. Ossificatie: Na verloop van tijd ondergaat de harde callus ossificatie, een proces waarbij het nieuw gevormde botweefsel rijpt en niet meer te onderscheiden is van het omringende normale bot.
5. Verbouwing: In de laatste fase van genezing ondergaat het nieuw gevormde bot hermodellering. Tijdens het remodelleren past het lichaam de vorm, structuur en dichtheid van het genezen bot aan, zodat het overeenkomt met het normale omringende bot en de volledige sterkte en functionaliteit ervan wordt hersteld.
Het is vermeldenswaard dat de snelheid van botgenezing kan variëren, afhankelijk van factoren zoals het type en de locatie van de fractuur, algehele gezondheid, leeftijd, voeding en medische aandoeningen. Adequate voeding, inclusief voldoende calcium- en vitamine D-inname, is essentieel voor botgenezing. In sommige gevallen kunnen bepaalde medische aandoeningen of ernstige verwondingen aanvullende medische interventie of revalidatie vereisen om een goede genezing te bevorderen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win