1. REM-slaap: REM-slaap wordt gekenmerkt door levendige dromen, snelle oogbewegingen en hersenactiviteitspatronen die vergelijkbaar zijn met die tijdens het wakker zijn. Tijdens de REM-slaap vertonen de hersenen hoge niveaus van neurale activiteit in gebieden die verband houden met emotie, geheugen en visuele verwerking. Dit is de reden waarom dromen vaak emotionele ervaringen, levendige beelden en de consolidatie van herinneringen met zich meebrengen.
2. Niet-REM-slaap: Niet-REM-slaap, die de fasen N1, N2 en diepe slaap (N3) omvat, wordt gekenmerkt door langzamere hersengolven en verminderde algehele neurale activiteit vergeleken met REM-slaap. Specifieke hersengebieden zijn echter nog steeds actief tijdens de niet-REM-slaap. Bijvoorbeeld:
- Slow-wave-slaap (N3):Deze fase wordt geassocieerd met de diepste slaap en omvat gesynchroniseerde, laagfrequente hersengolven. Neuronen in de cortex en het limbisch systeem van de hersenen vertonen verminderde activiteit, wat het herstel en de consolidatie van herinneringen bevordert.
- N1- en N2-fasen:deze fasen omvatten een overgang van waakzaamheid naar een diepere slaap. Tijdens N1 is er een korte afname van de hersenactiviteit, terwijl N2 wordt gekenmerkt door korte uitbarstingen van hoogfrequente hersengolven, bekend als slaapspindels en K-complexen. Er wordt aangenomen dat deze activiteiten een rol spelen bij geheugenverwerking en informatieconsolidatie.
Terwijl de algehele hersenactiviteit tijdens de slaap afneemt in vergelijking met wakker zijn, blijven neuronen in verschillende hersengebieden actief, wat bijdraagt aan de verschillende functies en processen die plaatsvinden tijdens de slaap, zoals geheugenconsolidatie, emotionele regulatie en herstel van neurale hulpbronnen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win