Of de reactie van een ontvangend neuron prikkelend of remmend is, wordt bepaald door de neurotransmitter die het presynaptische neuron vrijgeeft en de receptoren die het ontvangende neuron tot expressie brengt.

Exciterende neurotransmitters :Wanneer een presynaptisch neuron een prikkelende neurotransmitter vrijgeeft, zoals glutamaat, bindt het zich aan receptoren op het ontvangende neuron waardoor positief geladen ionen (zoals natriumionen) de cel in kunnen stromen. Deze instroom van positieve ionen depolariseert het neuron, waardoor het waarschijnlijker wordt dat er een actiepotentiaal ontstaat.

Remmende neurotransmitters :Wanneer een presynaptisch neuron een remmende neurotransmitter afgeeft, zoals GABA of glycine, bindt het zich aan receptoren op het ontvangende neuron waardoor negatief geladen ionen (zoals chloride-ionen) de cel in kunnen stromen of positief geladen ionen (zoals kaliumionen) uit de cel te stromen. Deze uitstroom van positieve ionen of instroom van negatieve ionen hyperpolariseert het neuron, waardoor het minder waarschijnlijk is dat er een actiepotentiaal ontstaat.

Het netto-effect van de prikkelende en remmende input die een neuron ontvangt, bepaalt de vuursnelheid. Als de prikkelende input sterker is dan de remmende input, zal het neuron een actiepotentiaal afvuren. Als de remmende inputs sterker zijn dan de exciterende inputs, zal het neuron geen actiepotentiaal afvuren.