1. Glycogenolyse:
- Sympathische stimulatie veroorzaakt de activering van het enzym glycogeenfosforylase, dat glycogeen, de opslagvorm van glucose in de lever, afbreekt tot glucose-1-fosfaat.
- Deze actie verhoogt de concentratie glucose-1-fosfaat, dat verder wordt omgezet in glucose-6-fosfaat (G6P) en vervolgens glucose, zodat het in de bloedbaan terechtkomt.
2. Gluconeogenese:
- Het sympathische zenuwstelsel bevordert ook de gluconeogenese, het proces waarbij glucose wordt gegenereerd uit niet-koolhydraatbronnen.
- Tijdens sympathische opwinding worden gluconeogene voorlopers zoals lactaat, pyruvaat en aminozuren gemobiliseerd uit perifere weefsels en opgenomen door de lever. Deze voorlopers worden via verschillende biochemische routes omgezet in glucose.
3. Remming van de glycogenese:
- Glycogenese, het proces waarbij glycogeen uit glucose wordt gesynthetiseerd, wordt geremd tijdens sympathische opwinding.
- Fosforylatie en inactivatie van enzymen die betrokken zijn bij de glycogenese, zoals glycogeensynthase, voorkomen dat de lever zijn glycogeenvoorraden aanvult.
4. Lipolyse:
- Sympathische zenuwactiviteit stimuleert de lipolyse, de afbraak van opgeslagen triglyceriden in de lever en het vetweefsel.
- Dit resulteert in de afgifte van vrije vetzuren (FFA's) in de bloedbaan, waardoor het lichaam een alternatieve energiebron krijgt tijdens verhoogde activiteit.
5. Vasoconstrictie:
- Het sympathische zenuwstelsel veroorzaakt ook vasoconstrictie van de bloedvaten in de lever, waardoor de bloedtoevoer naar de lever afneemt.
- Door deze omleiding van de bloedstroom kan meer bloed naar essentiële organen en spieren worden geleid die betrokken zijn bij de onmiddellijke reacties van het lichaam op stress.
6. Verminderde galproductie:
- Sympathische stimulatie kan de galproductie tijdelijk verminderen en de samentrekking van de galblaas belemmeren, waardoor de vertering en opname van voedingsvetten wordt beïnvloed.
Samenvattend induceert de opwinding van het sympathische zenuwstelsel glycogenolyse, gluconeogenese, remming van de glycogenese, lipolyse, vasoconstrictie en verminderde galproductie in de lever, waardoor een gecoördineerde fysiologische reactie wordt gegarandeerd om aan de energiebehoeften van het lichaam te voldoen en prioriteit te geven aan overleving tijdens uitdagende situaties.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win