Skeletspiervezels zijn doorgaans langer dan gladde vezels. Skeletspiervezels, aangetroffen in willekeurige spieren die aan botten zijn bevestigd, zijn doorgaans lang en cilindrisch. Daarentegen zijn gladde spiervezels, die zich in onwillekeurige spieren bevinden, zoals die langs het spijsverteringskanaal en de bloedvaten, relatief korter en spoelvormig.