Hoewel zowel bot als kraakbeen typen bindweefsel zijn, vertonen ze significante structurele verschillen in hun extracellulaire matrixsamenstelling. Deze variatie ligt vooral in de aanwezigheid van calcium en de mate van flexibiliteit.
Bot:
- Het bevat een harde en stijve matrix bestaande uit calciumfosfaatkristallen (hydroxyapatiet) die zijn afgezet in een collageenvezelnetwerk.
- De gemineraliseerde matrix geeft het bot zijn uitzonderlijke sterkte en stijfheid, waardoor het bestand is tegen mechanische belasting en ondersteuning biedt aan het lichaam.
- De calciumfosfaatkristallen zijn verantwoordelijk voor de radiopaque eigenschap van botten op röntgenfoto's.
Kraakbeen:
- Kraakbeen heeft daarentegen een zachtere en flexibelere matrix die voornamelijk bestaat uit water, collageenvezels en gespecialiseerde proteoglycaanmoleculen.
- De proteoglycanen in de kraakbeenmatrix trekken water aan, waardoor een gelachtige omgeving ontstaat waarin het kraakbeen schokken kan absorberen en drukkrachten kan weerstaan.
- Kraakbeen heeft geen bloedvaten en zenuwen, waardoor het een avasculair en aneuraal weefsel is.
Deze verschillen in de samenstelling van de extracellulaire matrix dragen bij aan de verschillende functies van botten en kraakbeen in het lichaam. Terwijl botten structurele ondersteuning, stijfheid en bescherming bieden voor vitale organen, fungeert kraakbeen als flexibel dempingsmateriaal bij gewrichten, ondersteunt het structuren zoals het oor en de neus, en vergemakkelijkt het de beweging van gewrichten.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win