1.Pols (carpale botten): De acht korte botten van de pols (carpale botten) vormen een complex gewricht dat nauwkeurige en flexibele handbewegingen mogelijk maakt, inclusief flexie, extensie en rotatie. Ze bieden stabiliteit aan de pols en helpen bij het verdelen van de krachten die worden uitgeoefend tijdens activiteiten zoals schrijven, grijpen en tillen.
2.Enkel (voetwortelbeentjes): De zeven korte botten van de enkel (tarsale botten) vormen de ingewikkelde structuur van het enkelgewricht. Ze bieden stabiliteit en ondersteuning aan de voet, waardoor deze gewicht kan dragen en verschillende voetbewegingen mogelijk maakt, zoals lopen, rennen en balanceren.
3.Voet (middenvoetsbeentjes): De vijf korte botten van de voet (middenvoetsbeentjes) verbinden de enkel met de tenen. Ze bieden een stabiele basis voor de voet, verdelen het gewicht gelijkmatig en helpen bij het absorberen van schokken tijdens beweging.
4.Duim en grote teen (middenhandsbeentjes en middenvoetsbeentjes): De korte middenhandsbeentjes in de hand ondersteunen en stabiliseren de duim, waardoor ingewikkelde bewegingen zoals knijpen en grijpen mogelijk zijn. Op dezelfde manier ondersteunen de korte middenvoetsbeentjes in de voet de grote teen, waardoor zijn rol bij de voortstuwing tijdens lopen en rennen wordt vergemakkelijkt.
5.Bescherming: Korte botten dragen bij aan de algehele bescherming van delicate structuren in handen en voeten. Ze omringen en beschermen vitale bloedvaten, zenuwen en pezen die door deze gebieden lopen.
6.Spieraanhechtingen: Korte botten bieden bevestigingspunten voor spieren, pezen en ligamenten, waardoor efficiënte spieractie en gewrichtsstabiliteit mogelijk zijn.
Over het algemeen spelen korte botten een cruciale rol bij het handhaven van de gewrichtsstabiliteit, het bieden van structurele ondersteuning en het vergemakkelijken van gecontroleerde bewegingen in verschillende delen van het lichaam, vooral in de handen en voeten.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win