- Controle van de diameter van bloedvaten (aanpassing van de bloedstroom)
- Stuwt stoffen langs interne lichaamspassages (via peristaltiek)
- Controleer de grootte van verschillende lichaamsopeningen (sfincters)
- Vergemakkelijken van onwillekeurige bewegingen in veel organen (bijvoorbeeld het maag-darmkanaal, de luchtwegen, het voortplantingssysteem en het urinestelsel).
Locatie:
- Wanden van holle inwendige organen (bijvoorbeeld de maag, darmen, baarmoeder en blaas).
- Bloedvatwanden (slagaders en aders).
- Spieren geassocieerd met haarzakjes (arrector pili-spieren).
- Sluitspieren (bijvoorbeeld de pylorussfincter in de maag, de slokdarmsfincter en de anale sluitspier).
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win