1. Gewrichtsoppervlakken: Kraakbeen bedekt de uiteinden van botten bij gewrichten en vormt gladde, wrijvingsarme oppervlakken die gemakkelijke beweging mogelijk maken. Het voorkomt dat de botten direct tegen elkaar wrijven, waardoor slijtage wordt verminderd.
2. Tussenwervelschijven: Kraakbeen, in de vorm van tussenwervelschijven, bevindt zich tussen de wervels in de wervelkolom. Deze schijven fungeren als kussens om schokken te absorberen, het gewicht te helpen verdelen en de wervelkolom flexibel te maken.
3. Oren en neus: Kraakbeen geeft vorm en ondersteuning aan het uitwendige oor (oorschelp) en de neus. Het zorgt voor stijfheid en onderhoudt de verschillende structuren van deze organen.
4. Ribbenkast: Kraakbeen vormt de flexibele kraakbeenringen (ribbenkraakbeen) die de ribben met het borstbeen verbinden, waardoor de borstkas tijdens het ademen kan uitzetten.
5. Luchtpijp en bronchiën: Kraakbeenringen worden aangetroffen in de wanden van de luchtpijp (luchtpijp) en de primaire bronchiën. Ze voorkomen dat deze essentiële luchtwegen inzakken en vergemakkelijken de luchtstroom tijdens het ademen.
6. Groeiplaten: Kraakbeen is aanwezig in gespecialiseerde gebieden van lange botten die groeischijven worden genoemd. Deze kraakbeenachtige gebieden zijn verantwoordelijk voor de groei en verlenging van botten tijdens de ontwikkeling.
Het is belangrijk op te merken dat er drie hoofdtypen kraakbeen in het lichaam zijn:hyalien kraakbeen, elastisch kraakbeen en vezelig kraakbeen, elk met unieke eigenschappen en locaties op basis van hun specifieke functies. De structurele rol van kraakbeen zorgt ervoor dat het verschillende mechanische krachten door het lichaam kan weerstaan en verdelen, waardoor het een essentieel onderdeel van het bewegingsapparaat wordt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win