* De botdichtheid neemt af. Dit komt door een afname van de productie van osteoblasten, de cellen die nieuw bot bouwen.
* Botten worden poreuzer. Dit komt door een afname van de productie van collageen, het eiwit dat het bot zijn sterkte geeft.
* Boten hebben een grotere kans te breken. Dit komt door een afname van de botdichtheid en sterkte.
Spieren
* De spiermassa neemt af. Dit komt door een afname van de productie van myocyten, de cellen waaruit spieren bestaan.
* Spieren worden zwakker. Dit komt door een afname van de spiermassa.
* De kans op atrofie van spieren is groter. Dit komt door een afname van het spiergebruik.
Deze veranderingen in botten en spieren kunnen tot een aantal problemen leiden, waaronder:
* Verhoogd risico op vallen. Dit komt door een verminderde botdichtheid en spierkracht.
* Spierpijn en stijfheid. Dit komt door verminderde spiermassa en flexibiliteit.
* Beperkte mobiliteit. Dit komt door verminderde spierkracht en flexibiliteit.
* Verhoogd risico op fracturen. Dit komt door een verminderde botdichtheid en sterkte.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win