De schedel van een pasgeboren baby is niet volledig onbeweeglijk en de gewrichten tussen de schedelbeenderen worden pas na de geboorte met elkaar versmolten. Dit komt omdat het hoofdje van de baby tijdens de eerste paar maanden van zijn leven snel moet kunnen groeien en uitzetten. De fontanellen, de zachte plekken op het hoofd van de baby, zorgen ervoor dat de schedel kan groeien en uitzetten zonder enige schade aan de hersenen te veroorzaken.

Naarmate de baby groeit, sluiten de fontanellen zich geleidelijk en smelten de schedelbeenderen samen. Dit proces is meestal voltooid tegen de tijd dat het kind ongeveer 2 jaar oud is. De versmelting van de schedelbeenderen helpt de hersenen te beschermen tegen letsel en biedt ondersteuning voor het gezicht en de nek.

Hier zijn enkele redenen waarom de schedel bij de geboorte onbeweeglijk is, maar de gewrichten niet met elkaar zijn versmolten:

* Om hersengroei mogelijk te maken: De hersenen van een pasgeboren baby zijn ongeveer 25% van de grootte van een volwassene. In de loop van de eerste paar levensmaanden groeien de hersenen snel en nemen ze in omvang toe met ongeveer 1% per dag. De fontanellen zorgen ervoor dat de schedel kan uitzetten om deze groei op te vangen.

* Om een ​​bevalling mogelijk te maken: Het hoofdje van de baby moet lichtjes kunnen worden samengedrukt om door het geboortekanaal te passen. De fontanellen zorgen ervoor dat de schedel kan worden samengedrukt zonder schade aan de hersenen te veroorzaken.

* Om de hersenen te beschermen: De fontanellen helpen de hersenen te beschermen tegen letsel. Als het hoofdje van de baby wordt geraakt, kunnen de fontanellen de klap opvangen en helpen voorkomen dat de hersenen beschadigd raken.

De versmelting van de schedelbotten is een geleidelijk proces dat plaatsvindt in de loop van de eerste paar levensjaren. Dit proces is essentieel voor het beschermen van de hersenen en het bieden van ondersteuning voor gezicht en nek.