1. Echte ribben (ribben 1-7): Deze ribben hechten zich rechtstreeks aan het borstbeen via hun eigen kraakbeen. Ze zijn de meest stabiele en onbeweeglijke ribben.
2. Valse ribben (ribben 8-10): Deze ribben hechten zich ook aan het borstbeen, maar doen dit indirect via het kraakbeen van de rib erboven. Ze zijn minder stabiel en mobieler dan de echte ribben.
3. Zwevende ribben (ribben 11-12): Deze ribben hechten helemaal niet aan het borstbeen. Ze zijn de meest onstabiele en mobiele ribben en hechten alleen aan de achterkant aan de wervels.
Hier is een samenvatting van hoe elk type rib aan het skelet hecht:
- Echte ribben (ribben 1-7): Elke echte rib articuleert met de thoracale wervels en heeft zijn eigen ribbenkraakbeen dat zich aan het borstbeen hecht.
- Valse ribben (ribben 8-10): Valse ribben zijn verbonden met de wervelkolom en hun ribbenkraakbeen vormt samen ribbenkraakbeen. Dit ribbenkraakbeen hecht zich aan het borstbeen, maar alleen indirect via het ribbenkraakbeen van de rib erboven.
- Zwevende ribben (ribben 11-12): Zwevende ribben eindigen vrij of hechten losjes aan de ribben erboven, ze bereiken het borstbeen niet en dragen niet bij aan de vorming van de ribbenboog.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win