1) Botcellen:

- Osteoblasten: Deze cellen zijn verantwoordelijk voor de opbouw van nieuw botweefsel. Ze leggen lagen collageen en andere eiwitten af, die vervolgens worden gemineraliseerd om bot te vormen.

- Osteocyten: Deze cellen zijn volwassen botcellen die het botweefsel in stand houden. Ze helpen de uitwisseling van calcium- en fosfaationen tussen het bot en de bloedbaan te reguleren.

- Osteoclasten: Deze cellen zijn verantwoordelijk voor het afbreken van botweefsel. Ze helpen het bot te hermodelleren en calcium- en fosfaationen vrij te geven in de bloedbaan.

2) Botmatrix:

- Collageen: Dit eiwit geeft kracht en flexibiliteit aan het bot.

- Minerale kristallen: Deze kristallen, die voornamelijk uit calcium- en fosfaationen bestaan, geven het bot zijn hardheid.

- Grondsubstantie: Dit materiaal, dat de ruimtes tussen de collageenvezels en minerale kristallen opvult, bevat een verscheidenheid aan eiwitten en andere moleculen die helpen de botstructuur te behouden.

3) Bloedvoorziening:

- Botten zijn voorzien van bloedvaten die zuurstof en voedingsstoffen binnenbrengen en afvalproducten afvoeren.

- De bloedtoevoer helpt de gezondheid van de botten te behouden en zorgt voor de uitwisseling van calcium- en fosfaationen tussen het bot en de bloedbaan.

4) Zenuwvoorziening:

- Botten worden ook voorzien van zenuwen die helpen bij het reguleren van de botgroei en -hermodellering.

- De zenuwtoevoer zorgt voor de overdracht van signalen tussen botcellen en het centrale zenuwstelsel.

Dit zijn slechts enkele van de kenmerken die bijdragen aan de dynamische aard van de botstructuur. Botten veranderen en passen zich voortdurend aan als reactie op de eisen die eraan worden gesteld. Dit remodelleringsproces helpt de botsterkte en gezondheid gedurende het hele leven te behouden.