Buik:

* Rectus abdominis:de ‘sixpack’-spier die verticaal langs de voorkant van de buik loopt.

* Dwarse buikspier:een diepe spier die zich als een korset rond de buik wikkelt.

* Interne obliques:Spieren die diagonaal lopen van de heupen naar de ribben aan elke kant van de buik.

* Externe obliques:Spieren die diagonaal lopen van de ribben naar de heupen aan elke kant van de buik.

Onderrug:

* Erector spinae:Een groep spieren die verticaal langs de wervelkolom loopt, van de nek tot de onderrug.

* Quadratus lumborum:Een spier die horizontaal over de onderrug loopt en de wervelkolom met het heupbeen verbindt.

Bekkengebied:

* Bekkenbodemspieren:Een groep spieren die de organen in het bekken ondersteunen, waaronder de blaas, het rectum en de baarmoeder.

* Bilspieren:een groep spieren waaruit de billen bestaan, waaronder de gluteus maximus, gluteus medius en gluteus minimus.

Regio billen:

* Gluteus maximus:De grootste spier in het lichaam, die het grootste deel van de billen vormt.

* Gluteus medius:een spier die onder de gluteus maximus zit en helpt bij het abduceren (weg bewegen van de middellijn van het lichaam) van de heup.

* Gluteus minimus:Een kleine spier die onder de gluteus medius zit en helpt bij het abduceren van de heup.