De drie belangrijkste proprioceptieve organen zijn het Golgi-peesorgaan, de spierspoel en de Paciniaanse bloedlichaampjes. Golgi-peesorganen voelen spanning in pezen, spierspoeltjes voelen veranderingen in spierlengte, en Paciniaanse bloedlichaampjes voelen hoogfrequente trillingen. Deze organen voorzien de hersenen van informatie over de gewrichtspositie, de beweging van de ledematen en de krachten op het huidoppervlak.