De H1N1-pandemie van 2009 was een wereldwijde uitbraak van een nieuw influenza A-virus, subtype H1N1, algemeen bekend als de "varkensgriep". Op 10 augustus 2010 schatte de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat de pandemie wereldwijd meer dan 18.449 doden had veroorzaakt. De meerderheid van de sterfgevallen vond plaats bij mensen met onderliggende medische aandoeningen, zoals astma, diabetes en hartziekten. Maar zelfs gezonde mensen kunnen ernstig ziek worden of overlijden aan het virus.

De H1N1-pandemie was de eerste mondiale grieppandemie sinds de grieppandemie in Hongkong van 1968. Het virus werd voor het eerst ontdekt in Mexico en de Verenigde Staten in april 2009 en verspreidde zich snel naar andere landen over de hele wereld. In juni 2009 had de WHO de uitbraak tot pandemie verklaard.

Het H1N1-virus werd verspreid door contact met ademhalingsdruppeltjes van een geïnfecteerd persoon. Symptomen van het virus waren onder meer koorts, hoesten, keelpijn, loopneus en lichaamspijn. In ernstige gevallen kan het virus leiden tot longontsteking, ademhalingsproblemen en de dood.

Er bestond geen specifieke behandeling voor het H1N1-virus, maar antivirale middelen zouden de ernst van de ziekte kunnen helpen verminderen. De beste manier om infectie te voorkomen was zich te laten vaccineren tegen het virus. Het H1N1-vaccin was vanaf oktober 2009 beschikbaar in de Verenigde Staten.

De H1N1-pandemie eindigde in augustus 2010. Het virus blijft echter in de wereld circuleren en kan seizoensgebonden griepuitbraken veroorzaken. De beste manier om uzelf tegen het H1N1-virus te beschermen, is u jaarlijks tegen de griep te laten vaccineren.