1. Oppervlaktespanning:De oppervlaktespanning van de vloeistof langs de longblaasjes creëert een naar binnen gerichte kracht die de neiging heeft de longen in te klappen. Dit gebeurt omdat het vloeistof-lucht-grensvlak in de longblaasjes oppervlaktespanning creëert, die werkt als een uitgerekte elastische band die de longblaasjes naar binnen probeert te trekken. Er is een bepaalde hoeveelheid druk in de longen nodig om deze oppervlaktespanning tegen te gaan en de longblaasjes open te houden.

2. Elastische terugslag:De elastische eigenschappen van het longweefsel zelf dragen bij aan de vermindering van het longvolume. Longweefsel bevat elastische vezels die terugdeinzen en proberen de longen in te klappen. Deze vezels worden uitgerekt wanneer de longen worden opgeblazen en genereren een terugtrekkende kracht wanneer de longen in rust zijn. Deze elastische terugslag van longweefsel zorgt voor een tegenwicht tegen de oppervlaktespanning, waardoor de longblaasjes open blijven.