1. Inspiratie (inhalatie):
- Het middenrif en de tussenribspieren trekken samen. Het middenrif beweegt naar beneden, terwijl de tussenribspieren de ribbenkast naar boven en naar buiten trekken.
- Deze uitzetting van de borstholte creëert een negatieve druk in de borstkas.
- Als gevolg hiervan wordt lucht via de neus of mond naar binnen gezogen en via de luchtpijp naar de longen getransporteerd.
- De longen zetten uit naarmate de lucht de longblaasjes (kleine luchtzakjes in de longen) vult.
2. Uitademing (uitademing)
- Het middenrif en de tussenribspieren ontspannen. Het middenrif beweegt naar boven, terwijl de tussenribspieren de ribbenkast naar beneden en naar binnen laten bewegen.
- Deze vermindering van het volume van de borstholte creëert een positieve druk in de borstkas.
- Hierdoor wordt de lucht via de neus of mond uit de longen geduwd.
De ademhalingsfrequentie, oftewel het aantal ademhalingen per minuut, wordt geregeld door het ademhalingscentrum in de hersenstam. Factoren zoals fysieke activiteit kunnen de ademhalingsfrequentie beïnvloeden.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win