Tijdens rustige, rustende ademhaling is het teugvolume relatief klein, omdat het alleen gaat om de beweging van lucht in en uit de geleidende luchtwegen (zoals de luchtpijp, bronchiën en bronchiolen) en de grotere ademhalingsbronchiolen. Tijdens diepere ademhalingen, zoals tijdens inspanning of als reactie op een verhoogde zuurstofbehoefte, kan het teugvolume echter aanzienlijk toenemen, waardoor meer lucht de longblaasjes kan bereiken, waar de gasuitwisseling plaatsvindt.
Het ademvolume is een van de belangrijkste componenten bij het meten van de longfunctie en ademhalingsfysiologie. Het wordt vaak gemeten met behulp van spirometrie, een diagnostisch hulpmiddel dat verschillende aspecten van de longfunctie beoordeelt. Door het teugvolume te analyseren, samen met andere ademhalingsparameters, kunnen zorgverleners waardevolle inzichten verkrijgen in de algehele gezondheid en efficiëntie van het ademhalingssysteem.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win