Wanneer een persoon sterft, kan zijn ademhaling aanzienlijk vertragen. Over het algemeen ligt de normale ademhalingsfrequentie voor een volwassene tussen de 12 en 20 ademhalingen per minuut. Wanneer iemand echter de dood nadert, kan zijn ademhalingsfrequentie afnemen tot slechts 2-3 ademhalingen per minuut. Deze vertraging van de ademhaling is een teken dat het lichaam zich afsluit en niet langer in staat is zichzelf in stand te houden. In sommige gevallen kan de ademhalingsfrequentie zelfs volledig stoppen, wat een teken is van klinische dood.