1. Neusholte: De neusholte is het belangrijkste toegangspunt voor ingeademde lucht. Gespecialiseerde cellen genaamd slijmbekercellen, gevonden in de bekleding van de neusholtes, scheiden slijm af. Het slijm dat in de neus wordt geproduceerd, helpt stof, pollen en andere deeltjes tegen te houden, zodat ze niet in de diepere luchtwegen terechtkomen.
2. Luchtpijp en bronchiën: De luchtpijp en de bronchiën zijn de belangrijkste luchtwegen die van het strottenhoofd naar de longen leiden. De binnenbekleding van de luchtpijp en de bronchiën bevat slijmproducerende slijmbekercellen. Het slijm dat in deze grotere luchtwegen wordt geproduceerd, helpt ingeademde vreemde deeltjes op te vangen en voorkomt dat deze de kleinere luchtwegen en longen bereiken.
3. Bronchiolen: Bronchiolen zijn kleinere luchtwegen die zich aftakken van de bronchiën en rechtstreeks naar de longblaasjes in de longen leiden. De bronchiolen bevatten ook slijmbekercellen die slijm produceren. Hoewel het in kleinere hoeveelheden aanwezig is in vergelijking met grotere luchtwegen, helpt dit slijm de bronchiolen te beschermen en te bevochtigen.
4. Longblaasjes: Alveoli zijn kleine, zakachtige structuren in de longen waar gasuitwisseling plaatsvindt. Hoewel de longblaasjes geen grote hoeveelheden slijm produceren zoals andere delen van het ademhalingssysteem, hebben ze een dunne laag vloeistof langs hun oppervlak, bekend als alveolaire vloeistof. Deze vloeistof bevat oppervlakteactieve stoffen en enkele mucines, die bijdragen aan de goede werking en bescherming van de longblaasjes.
Het is belangrijk op te merken dat overmatige slijmproductie een teken kan zijn van bepaalde luchtwegaandoeningen, zoals verkoudheid, griep, sinusitis of luchtweginfecties. In deze gevallen is het verhoogde slijm vaak een reactie op ontstekingen en infecties, en de aanwezigheid ervan helpt schadelijke stoffen op te vangen en uit de luchtwegen te verwijderen.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win