De longblaasjes zijn bekleed met een laag gespecialiseerde cellen die type I- en type II-pneumocyten worden genoemd. Type I-pneumocyten zijn dunne, plaveiselcellen die de diffusie van gassen mogelijk maken. Type II-pneumocyten zijn verantwoordelijk voor de productie van oppervlakteactieve stoffen, een stof die de oppervlaktespanning op het lucht-vloeistofgrensvlak in de longblaasjes vermindert, waardoor wordt voorkomen dat ze instorten.
Het uitgebreide netwerk van longblaasjes in de longen vergroot het ademhalingsoppervlak aanzienlijk, wat een efficiënte gasuitwisseling mogelijk maakt. Het grote aantal longblaasjes, geschat op ongeveer 300-400 miljoen per long, maximaliseert het contact tussen de lucht en de bloedbaan, waardoor een snelle opname van zuurstof en de uitstoot van kooldioxide mogelijk is.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win