1. Ademhalen:
- Het ademhalingssysteem is verantwoordelijk voor het opnemen van zuurstof en het uitstoten van koolstofdioxide via de processen van inademen en uitademen.
- Tijdens het inademen trekken de spieren van het middenrif en de tussenribspieren samen, waardoor de borstholte uitzet en er lucht in de longen wordt gezogen.
- Tijdens het uitademen ontspannen het middenrif en de intercostale spieren, waardoor het volume van de borstholte afneemt en lucht uit de longen wordt verdreven.
2. Gasuitwisseling:
- Zodra er lucht in de longen zit, vindt er gasuitwisseling plaats in de longblaasjes, kleine luchtzakjes in de longen.
- Zuurstof uit de ingeademde lucht diffundeert via de dunne alveolaire wanden in de bloedbaan, terwijl koolstofdioxide uit de bloedbaan naar de longblaasjes diffundeert om uit te ademen.
3. Bloedcirculatie:
- Het hart, een belangrijk onderdeel van de bloedsomloop, pompt zuurstofrijk bloed van de longen naar de spieren en andere weefsels door het hele lichaam.
- Spieren bevatten een netwerk van bloedvaten die zuurstofrijk bloed naar de spiervezels transporteren, waardoor energie kan worden geproduceerd via cellulaire ademhaling.
4. Mobiele ademhaling:
- In spiercellen wordt tijdens de cellulaire ademhaling zuurstof gebruikt om energie te produceren in de vorm van ATP (adenosinetrifosfaat).
- Koolstofdioxide, een afvalproduct van de cellulaire ademhaling, diffundeert uit de spiercellen en komt in de bloedbaan terecht om terug naar de longen te worden getransporteerd om uit te ademen.
5. Regelgeving:
- De ademhalings- en spiersystemen worden gereguleerd door verschillende feedbackmechanismen om een optimaal zuurstof- en kooldioxidegehalte in het lichaam te behouden.
- Wanneer de fysieke inspanning toeneemt, stijgt de vraag naar zuurstof, wat leidt tot een snellere en diepere ademhaling om aan de verhoogde zuurstofbehoefte van de spieren te voldoen.
- Deze toename van de ademhalingsactiviteit wordt gecoördineerd met het cardiovasculaire systeem om een goede zuurstoftoevoer naar de spieren en de afvoer van afvalstoffen te garanderen.
Door samen te werken zorgen de spier- en ademhalingssystemen ervoor dat het lichaam een constante toevoer van zuurstof heeft om aan de energiebehoefte van de spieren te voldoen en afvalproducten te verwijderen, waardoor langdurige fysieke activiteit mogelijk wordt en de algehele lichaamsfunctie behouden blijft.
Onderdeel dat voorkomt dat het voedsel de luchtwegen binnendringt?
Via welk weefsel worden in de longen gassen uitgewisseld tussen het bloed en de lucht?
Hoe zijn de bloedsomloop en het ademhalingssysteem met elkaar verbonden?
Wat veroorzaakt een fladderend gevoel in het bovenste borst- en keelgebied?
Hoe verplaatst het materiaal zich van het ademhalingssysteem naar het circulaire systeem?
Waarom kan een patiënt met een neurologische beperking de eigen luchtwegen niet beschermen?
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win