De frequentie van het monitoren van de zuurstofsaturatie bij COPD-patiënten hangt af van de ernst van hun aandoening en de stabiliteit van hun zuurstofniveau. Bij stabiele COPD-patiënten kan pulsoximetriemonitoring één of twee keer per dag worden uitgevoerd, meestal 's ochtends en 's avonds. Voor patiënten met instabiele COPD of acute exacerbaties kan echter frequentere controle nodig zijn, mogelijk elke 1-2 uur, om adequate oxygenatie te garanderen en eventuele tekenen van achteruitgang op te sporen. In sommige gevallen kan continue pulsoximetriemonitoring worden aanbevolen voor COPD-patiënten die een hoog risico op desaturatie lopen, zoals patiënten met ernstige luchtwegobstructie of patiënten die aanvullende zuurstoftherapie krijgen. Regelmatige monitoring helpt bij het identificeren van mogelijke ademhalingscomplicaties en zorgt ervoor dat passende interventies worden uitgevoerd om voldoende zuurstofniveaus te behouden.