* Pseudostratificeerd trilhaarepitheel: Dit type epitheel wordt aangetroffen in de neusholte, waar het helpt stof, pollen en andere deeltjes uit de lucht te filteren. De trilharen op het oppervlak van de cellen bewegen in een golfachtige beweging, waardoor slijm en opgesloten deeltjes naar de achterkant van de keel worden verplaatst, waar ze kunnen worden ingeslikt of opgehoest.
* Bekercellen: Slijmbekercellen zijn gespecialiseerde cellen die mucine produceren, een glycoproteïne dat het hoofdbestanddeel van slijm vormt. Slijm helpt stof, pollen en andere deeltjes op te vangen, en het helpt ook om de neusholte vochtig te houden.
Luchtpijp en bronchiën
* Pseudostratificeerd trilhaarepitheel: Dit type epitheel wordt ook aangetroffen in de luchtpijp en de bronchiën, waar het helpt slijm en gevangen deeltjes naar de longen te verplaatsen. De trilharen op het oppervlak van de cellen bewegen in een golfachtige beweging en bewegen slijm en opgesloten deeltjes omhoog naar de keelholte, waar ze kunnen worden ingeslikt of opgehoest.
* Bekercellen: Slijmbekercellen worden ook aangetroffen in de luchtpijp en de bronchiën, waar ze mucine produceren om de luchtwegen vochtig te houden.
Bronchioli
* Eenvoudig kubusvormig epitheel: Dit type epitheel wordt aangetroffen in de bronchiolen, waar het helpt bij de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide met het bloed. De cellen in dit epitheel zijn dun en plat, wat een gemakkelijke diffusie van gassen mogelijk maakt.
Longblaasjes
* Eenvoudig plaveiselepitheel: Dit type epitheel wordt aangetroffen in de longblaasjes, waar het helpt bij de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide met het bloed. De cellen in dit epitheel zijn extreem dun en kwetsbaar, wat een snelle diffusie van gassen mogelijk maakt.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win