1. Om met iemand of iets te gaan of te zijn:
Voorbeeld:Ze werd door haar collega naar de vergadering vergezeld.
2. Samen bestaan of voorkomen met iets anders:
Voorbeeld:De regen ging gepaard met harde wind.
3. Om muzikale begeleiding te bieden, meestal op een instrument:
Voorbeeld:De pianist begeleidde de zanger tijdens het optreden.
4. Om iets aan te vullen of te verbeteren:
Voorbeeld:De heerlijke maaltijd ging gepaard met een heerlijk dessert.
5. (in grammatica) Om te dienen als hulpmiddel of modificator voor een ander woord of zin:
Voorbeeld:In de zin 'De kat zat op de mat' staat het woord 'aan' bij het werkwoord 'zat'.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win