De kleppen tussen de atria (de atrioventriculaire kleppen) mogen niet volledig gesloten zijn wanneer de atria samentrekken. Anders zou het bloed in de boezems blijven hangen en zou er bijgevolg minder zuurstofrijk bloed het hart verlaten. Bij een mitralisstenose gaat de mitralisklep die het linker atrium met het linker ventrikel verbindt, niet volledig open. Deze situatie belemmert de vulling van de linker hartkamer en kan tegendruk in de longcirculatie veroorzaken, wat leidt tot pulmonale hypertensie en uiteindelijk rechter hartfalen.