1. Blaskatheterisatie :Tijdens lange operaties kunnen patiënten mogelijk niet vrij naar het toilet gaan, daarom wordt een urinekatheter ingebracht. Hierdoor kan de urine continu in een opvangzak lopen, waardoor ongemak wordt voorkomen, het risico op urineweginfecties wordt geminimaliseerd en de blaas van de patiënt leeg blijft gedurende de duur van de operatie.
2. Toezicht :Katheters kunnen worden gebruikt om de urineproductie te controleren. Door het volume te meten en de kleur en helderheid van de urine te beoordelen, kunnen chirurgen de hydratatiestatus, de nierfunctie en het algehele welzijn van de patiënt tijdens de operatie controleren.
3. Intraveneuze vloeistoffen :Tijdens langdurige procedures kunnen patiënten intraveneuze (IV) vloeistoffen nodig hebben om de hydratatie op peil te houden, medicijnen toe te dienen of voedingsondersteuning te bieden. Katheters worden in een ader ingebracht, meestal in de arm, om deze vloeistoffen en medicijnen rechtstreeks in de bloedbaan toe te dienen.
4. Pijnbestrijding :In sommige gevallen kunnen katheters worden gebruikt voor pijnbestrijding. Bepaalde pijnmedicijnen kunnen via een katheter worden toegediend, waardoor de pijn tijdens de operatie continu wordt verlicht.
5. Anesthesie :Bij bepaalde operaties kunnen katheters in het wervelkanaal of in de buurt van perifere zenuwen worden ingebracht om lokale of regionale anesthesie toe te dienen. Deze techniek kan de noodzaak van algemene anesthesie helpen minimaliseren en mogelijke complicaties verminderen.
Het is belangrijk op te merken dat het gebruik van katheters tijdens een operatie gebaseerd is op de specifieke procedure, de toestand van de patiënt en het oordeel van de chirurg. Het medische team houdt de patiënt tijdens de hele operatie nauwlettend in de gaten om te zorgen voor goed katheterbeheer en om eventuele complicaties aan te pakken.
Gezondheid en ziekte © https://www.gezond.win